Vakkundige inspecties kunnen brand in zonnestroominstallaties voorkomen

Steeds vaker zien we berichten in de media die melden dat er mede door zonnepanelen op daken branden ontstaan. Maar de panelen zelf bestaan uit glas, aluminium en silicium. Geen brandbare materialen. Hoe zit het nu precies?aon logo brandveiligheid zonnepanelen

Regelmatig wordt gesuggereerd dat de warmteontwikkeling onder de panelen brand kan veroorzaken. Zonnepanelen kunnen, zeker op een zonnige zomerdag, zeer warm worden, waarbij temperaturen tot 70 °C haalbaar zijn. Dat is behoorlijk warm, maar lang niet warm genoeg om een brand te kunnen veroorzaken of de dakbedekking te laten ontbranden.

Speciale aandacht voor connectoren

Wel gaat het fout wanneer er slechte verbindingen zitten in de connectoren onder de panelen. Door een slechte verbinding, of overgangsweerstand, ontstaat er warmteontwikkeling in de connectoren, die uiteindelijk hoog genoeg kan zijn om omliggende brandbare materialen te laten ontbranden.

Slechte verbindingen in connectoren kunnen meerdere oorzaken hebben. Het spreekt voor zich dat goed vakmanschap en het gebruik van het juiste gereedschap cruciaal zijn bij het monteren van deze connectoren.

DC-kabels

Daarnaast is het van belang dat de DC-kabels met de connectoren deugdelijk onder de panelen zijn bevestigd. Bij een connector die los in een plas water op het dak ligt, kan op den duur vocht binnendringen. Hierdoor kunnen de contacten in de connector oxideren met een overgangsweerstand en (extreme) warmteontwikkeling tot gevolg.

Tenslotte mag niet elke connector zondermeer op een connector van een andere fabrikant worden geplaatst. Combinaties van meerdere fabrikanten zijn alleen toegestaan onder de voorwaarde dat deze getest en goedgekeurd zijn door een Nederlandse Conformiteit Beoordelende Instantie, ook wel certificatie-instelling genoemd.

Overige oorzaken van brand

Een andere oorzaak kan zijn wanneer de DC-bekabeling van zonnepanelen beschadigd raakt tijdens of na het aanleggen van de installatie. Bijvoorbeeld doordat DC-kabels langs scherpe delen worden geleid of door vraatschade. Hierdoor kunnen vlambogen ontstaan. De temperatuur van zo’n vlamboog kan eenvoudig 1.000 °C of meer bedragen, waardoor omliggende brandbare materialen vlam kunnen vatten.

Andere belangrijke oorzaken die brand in een zonnestroominstallatie kunnen veroorzaken zijn:

  • Defecte cellen in zonnepanelen. Deze kunnen oververhit raken.
  • Oververhitte omvormers doordat deze bijvoorbeeld te dicht op elkaar zijn geplaatst of in een te kleine, slecht geventileerde ruimte.
  • Te weinig ventilatie achter de panelen, waardoor de dakisolatie vlam kan vatten. Dit laatste punt speelt met name bij de zogeheten indak-systemen, waarbij de zonnepanelen geïntegreerd in het dakvlak liggen.

Inspecties zijn van essentieel belang

Al met al is het van groot belang dat tijdens de aanleg van zonnestroominstallaties de voorschriften van fabrikanten, technische normen en geldende regelgeving worden nageleefd door de installateur die de installatie plaatst

Helaas merken wij binnen Arepa Inspexx dat deze kennis bij installatiebedrijven niet altijd aanwezig is of zelfs helemaal aan het verdwijnen is. Een inspectie volgens de SCIOS Scope 12 richtlijnen is daardoor een belangrijk instrument geworden voor een veilige zonnestroominstallatie. Hierbij wordt bij de eerste ingebruikname een Eerste Bijzondere Inspectie (EBI) uitgevoerd, gevolgd door een Periodieke Inspectie (PI) die elke 3 of 5 jaar moet worden herhaald.

Bij een Eerste Bijzondere Inspectie (EBI) wordt een zonnestroominstallatie volledig doorgelicht op ontwerp- en installatiefouten. Bij een Periodieke Inspectie wordt vooral bekeken of de installatie nog steeds voldoet aan de voorschriften die bij aanleg van toepassing waren.

Wij voeren deze inspectie graag voor u uit, zodat u verzekerd bent van een veilige zonnestroominstallatie.

 

Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met AON.